Dieren naar onderkant Vermijd onnodig Engels! sitemap

Het leek me aardig om een aparte afdeling te maken van de vele dieren die vermeld worden in zowel de home-site als de tuin-site. In het verhaal hieronder staan regelmatig lege plekken of onverwachte lijnen. Hulpjes bij het zoeken naar een nieuwe plek of naar fouten!

Misschien stonden er ook om mijn wieg wel 9 feeën. Dan heeft een van hen gezegd: Dit kind zal haar leven lang genieten van dieren en planten. Pas later in mijn leven ben ik gaan beseffen wat zo'n onderdeel van je karakter voor een heerlijk geschenk is.

Mijn allereerste echte herinnering is niet aan een huis of omgeving, aan mijn ouders, broers, zusjes, maar een bloem. 

Mijn ouders woonden in een paleisachtig huis aan Tanah Abang in Batavia. Mijn praktische moeder zag w.s. niks in de muggen waarvan larven in het zwembad leefden. Water uit het zwembad, aarde en planten erin, waaronder Torenia en die werden leeuwenbekjes genoemd. Ik was nog geen 4 jaar oud en kan me mijn verrukking over de bloem nog herinneren. 

Uit dezelfde tijd een herinnering aan een gouden of zilveren cocon, die hing aan het blad van een oleander. De naam van de vlinder heb ik wel eens geweten, nu even niet, komt wel weer. De foto komt van internet.

Hier is ie: Euploea core. Zilver was de cocon, een juweeltje, kijk maar bij Google. 

Nog voor die herinneringen was ik al in de rupsen. Zei mijn familie.

 Ik ben van '38 en was daar in Indonesië bijna 4. We zijn dan in 1942 aangekomen en kort na het verblijf op Tanah Abang belandde de familie  in een Jappenkamp, Tjideng, in Batavia. Bij het laatste huis waarin we daar woonden had mijn moeder (vader in ander kamp) een klein stukje grond. Daar kweekte zij tjabeh, vol vitaminen. We kregen elke dag een theelepel fijngestampt pepertje ...
Er stond ook een struik en in die struik woonde een bidsprinkhaan. In mijn herinnering - maar die kan niet correct zijn - met maar één vangarm en na afloop van de oorlog meegenomen naar de tuin van ons eigen huis in Batavia. Ik ben altijd dol op die beesten gebleven.
BIDSPRINKHANEN
In Frankrijk, waar we gewoond hebben tussen 2002 en 2013 komen 3 soorten voor of misschien 4, maar die 4e heb ik nooit gezien. De meest algemene is Mantis religiosa. Meestal groen, maar ook chocoladebruin, mosterd en bijna wit, maar dat laatste is dan altijd een 'larve'. 3e foto hieronder, links. 
Een bidsprinkhaan komt als mini uit het eipakket (daarover later meer) en lijkt dan het meest op een kwieke bosmier, met een leuk hartvormig kopje. Bij heel veel soorten heeft zo'n jonkie het achterlijf omhoog, bij de gewone mantis in Frankrijk niet. De slechte foto van het bleke beest laat het zien.  
Bidsprinkhanen - waarvan ik de hele cyclus ooit in Nigeria, waar ik met mijn 1ste echtgenoot ruim 3 jaar heb gewoond,  heb kunnen meemaken - vervellen een keer of 5 en na de laatste vervelling hebben zowel mannetjes als vrouwtjes vleugels. Ik heb in Frankrijk nooit een vrouwtje zien vliegen. Ze zijn vaak behoorlijk groot, tot wel een cm of 9 en aardig zwaar. 
Mannetjes moeten op zoek naar een wijfje. Ze zijn kleiner en smaller en vliegen vaker. Op de 4e foto hieronder, rechts, kun je de vleugels zien. Op de foto wel een vrouwtje, ze was bijna verdronken en moest opdrogen.

Een bidsprinkhaan leeft van insecten, die zij/hij grijpt met een razendsnelle uitval van de twee vangarmen. Die zijn voorzien van in elkaar passende stekels en zijn in rust naar voren toe samengevouwen: bidden! Het zijn nuttige dieren. Ik heb me wel eens laten vertellen, dat mensen in Zuid Amerika bidsprinkhanen in de keuken houden om de vliegen te bestrijden! Gerald Durell beschrijft in een van zijn boeken, w.s. 'My family and other animals', hoe een bidsprinkhaan een gevecht aangaat met een hagedisje. Het speelt zich af in Griekenland en allebei de dieren zitten op het plafond van zijn kamer. Ik geloof dat ze allebei naar beneden vielen ...
Hieronder een foto van een bidsprinkhaan in rust en eentje, die een vlieg heeft gevangen.

Wat de meeste mensen weten en hen met afschuw vervult is, dat mantiswijfjes hun partner meestal tijdens de paring opeten. Voeding voor haar toekomstige kinderen, wel een beetje gruwelijk. Foto verderop onder links, de kop van het bruine mannetje is er al af.
Na de paring zet zij op een beschut plekje een eipakket af. De eitjes zitten in een soort schuim, dat al gauw hard wordt. Hieronder, rechts, foto van zojuist afgezet eipakket, ook wel oötheek genoemd. Het is trouwens eerst wit, maar daar heb ik, geloof ik, geen foto van.  
In Frankrijk komen de larfjes van Mantis religiosa in het voorjaar uit hun oötheek.
Later: deze foto kon ik niet vinden, nu boven water. Lege eipakketten van 2 verschillende bidsprinkhanen.

Ik mis nog steeds één foto ...

Een paar dingen zijn me opgevallen in de loop der jaren:
. een bidsprinkhaan kijkt je aan. Zij/hij heeft een draaibaar, hartvormig kopje en lijkt priemende zwarte oogjes te hebben; is niet zo en heeft iets met facetten te maken; dat begrijp ik niet helemaal, dus laat maar ...
. vrouwtjes zijn behoorlijk honkvast. Als je weet waar zij woont kun je haar w.s. de volgende dag makkelijk vinden. 
. ze kunnen heel verschillende 'karakters' hebben. Sommige zijn schuw en laten zich niet fotograferen, andere gaan zich rustig op je hand zitten wassen..
. er waren in onze beginjaren in Frankrijk meer bidsprinkhanen dan later.
. in september en later kom je ze vaak midden op je pad tegen als je aan het wandelen bent, eigenaardig.
. met een beetje handigheid kun je ze voeren. Met zo'n slome groene sprinkhaan b.v.. Of met een via glaasje/papiertje methode gevangen vette bromvlieg: in het glaasje water laten lopen, flink schudden en dan is de versufte bromvlieg een makkelijke prooi voor een oplettende mantis ...
. ik heb me vaak afgevraagd of insecten pijn voelen. Zo'n ventje dat wordt opgegeten tijdens de daad spartelt niet al te veel tegen. Zij begint wel met zijn kop eraf ... maar met andere insecten begint zij gewoon ergens met knagen. Bij Naturalis kon men mij geen uitsluitsel geven.
. voor het gemak noemde ik alle bidsprinkhanendames Truus. Zo heb ik de de adminstratie Truus 2012 b.v.
 

 

Dit is een leuke foto als je goed kunt kijken. Een mantis is erg schoon op zichzelf. Die vangarmen moeten in perfecte conditie zijn als het even kan. Dus zitten ze zichzelf vaak te poetsen. Op de foto houdt zij met een vangarm de poot die een wasbeurt nodig heeft, vast. 

Aan alles komt een eind, ook aan het leven van Truus. Linksonder: een stervend exemplaar in december en de twee dode juweeltjes.

Dit is een beetje een zoekplaatje, maar ik kon het niet beter fotograferen. Linksboven zit een wijfje. Je kunt haar niet goed zien, kop naar beneden, één poot zichtbaar tegen de muur.  
Rechtsonder zit een mogelijke huwelijkscandidaat, een groene. Hij is buitengewoon voorzichtig. Wellicht weet hij van het lot, dat hem waarschijnlijk te wachten staat. Heel langzaam benadert hij haar. Een poot vooruit, een beetje wiebelen en stil. En dat wordt eindeloos herhaald. Ze zaten hier nog een cm of 30 van elkaar verwijderd en toen was het tijd voor mij om te gaan slapen. 

De volgende dag zat zij er nog steeds en er zat een bruin mannetje in de buurt. Van hem alleen slechte foto.

 

 

Hieronder nog een paar foto's waarop je goed kunt zien hoe elegant ze zijn. En dan houd ik op over dit soort. 

Er komen nog twee, mogelijk drie, andere soorten voor in de buurt waar wij gewoond hebben en een ervan is ook spectaculair. 

 

Tussen de planten zie je ze bijna niet, zie foto links: een jonkie van een Empusa pennata. Achterlijfje omhoog bij deze soort. Deze kom je met enige regelmaat in het voorjaar tegen. Zowel in het Frans als in andere talen wordt deze soort vaak iets met 'duivel' erin genoemd. Zo'n kleintje: diabolon.

Hieronder links een nat, volwassen exemplaar. Rechts de onderkant ervan. 
Hierboven een close-up van de kop van een empuse en een tekening, die ik ergens vond. Links een slechte foto van een volwassen beest. 

Bij deze soort is het vrouwtje wat vriendelijker: ze eet haar partner niet op. 

Dit is de 3e soort, die je kunt tegenkomen. Niet groter dan op de foto (volwassen exemplaar met vleugels) en behoorlijk springerig. Buitengewoon lastig om daar een goede foto van te maken en dat is dan ook niet gelukt. Ameles decolor.

Ik laat wat ruimte over voor andere foto's 

Dit is geen foto, maar een schilderijtje dat Jim Hoffman voor mij heeft gemaakt. Jim was schilder van beroep, woonde - misschien nog steeds - in Delfzijl en hield als hobby bidsprinkhanen in terraria. 

2020: Jim woont tegenwoordig in Spanje en maakt superieure foto's. Vooral van bidsprinkhanen.

We zijn er een keer geweest, ik herinner me dat het 31 maart was en voor het eerst sneeuwde, terwijl de winter nagenoeg voorbij was! 

Jim had zo'n roze orchideeën bidsprinkhaan, ai, mooi! Foto gepikt van internet. 

Ik kwam deze twee nog tegen: een gezelligerd tussen amaryllisbladeren en eentje in dreighouding. Dat heb ik wel eens gezien, maar deze foto stuurde vriendin Anne op uit Australië. 
Deze superieure foto van ene Paul Bratescu, w.s. ooit op internet gevonden, is bijna eng. Hij doet me denken aan die griezelige film over de 7 hoofdzonden. 

Het is een foto van Idolomantis diabolica en die woont vnl in Tanzania*), maar ook in buurlanden. Wow! 

 

*) Daar zijn we begin 2025 geweest, maar helaas niet gezien, al heeft onze gids Khalifa zijn uiterste best gedaan om bidsprinkhanen te vinden. Eentje werd het er, een klein, bijna zwart soort, dat vnl op de grond voorkomt.

Deze foto, getiteld: 'Twee dansende bidsprinkhanen' kreeg ik vandaag 10 mei 2017, opgestuurd. Het zijn er uiteraard twee die bedreigd worden, maar wat een geweldige foto!
WANDELENDE TAK

Een wandelende tak zag ik vrij vaak. Al heel vroeg in het voorjaar hele kleine, slappe beestjes, ze werden uiteindelijk wel een cm of 12. In de Chaenomeles meestal, een groene en een bruine uitvoering. En een keer een deftige met een wit streepje opzij. 
Na vervelling eet het beest zijn oude vel op! Foto hiernaast.. 

Wandelende takken zijn vrijwel altijd vrouwtjes. Ze doen aan parthenogenese. 

 

Dit is geen wandelende tak, maar lijkt er een beetje op: we hebben deze maar één keer gezien in augustus 2005: Saga pedo een groot beest, lijf van cm of 8 en dan nog lange sprieten. Voedt zich met orthophtères, maar ik weet even niet wat dat zijn. Opgezocht: sprinkhanen.

Zeldzaam en beschermd. Mannetjes zijn helemaal niet te vinden, schijnt het ...

Deze sprinkhaan heeft eens zitten overwinteren ergens. Ik vond dat hij zo'n mooi oog had. 

Deze heet in het Frans le criquet égyptien en daar hoef je geen Frans voor te kennen. W.s het beest dat zo bekend is uit de bijbel en de plagen in Egypte. 

CIGALES

Cigales horen bij de Zuid-Franse zomer. Rond 20 juni beginnen ze met hun niet aflatend gezaag. Het moet eerst minstens 25 graden zijn. Ik vond het altijd wel grappig als je een van de eerste hoorde: die leek dan te schrikken van zijn eigen herrie en hield meteen weer op! 
De mannetjes zitten hun muziek te maken, de vrouwtjes komen kijken of de lawaaischopper geschikt is als partner.
Hun leven speelt zich voor een groot stuk af in de grond en daar zie je uiteraard weinig van. Ik ben ze wel eens tegengekomen. Dit zegt Wikipedia: ze hebben een onvolledige gedaantewisseling en komen dus als piepkleine cicaden uit het door de moeder gelegde ei. In de jaren die ze in de grond doorbrengen voeden ze zich met de sappen uit wortels van planten.
Het beest op de tweede foto kruipt uit de grond, de cigale breekt uit het laatste pantser en laat een leeg omhulsel achter. Zo'n ding vind je vrij vaak, foto 2. Het volwassen dier is eerst groenig en ontwikkelt vleugels en wordt daarna pas grauwbruin.
Op de volgende foto een vleugelloos exemplaar. Ik weet dat mussen er lol in hebben om de vleugels uit te trekken en w.s. het beest zelf dan op te eten. Misschien was deze ontsnapt aan het opgegeten worden.
De duidelijke foto heb ik gepikt van internet, want ze zijn a) moeilijk te vinden en dan b) ook moeilijk te fotograferen.

Cigales horen bij dezelfde familie als spuugbeestjes. In Amerika komt een soort voor dat 17 jaar in de grond leeft en dan massaal tevoorschijn komt als volwassen dier. Een jaar of twee geleden was er zo'n jaar en kwam het op het nieuws.

Zoals al gezegd: cigales zijn moeilijk te zien te krijgen, want ze zitten vrijwel altijd op een tak of stam die dezelfde kleur heeft. Heb je er een gevonden en blijf je een tijdje kijken, dan zit er vaak niet één, maar zijn het er een stuk of 5. 

Van mijn buren kreeg ik een paar foto's van het verschijnen van de cigales. Die komen uit de grond als een volwassen larve, een popstadium hebben ze niet. In alle jaren in Frankrijk heb ik dat zelf nooit gezien. Onze buren zaten deze zomer in de buurt van Avignon en vertelden, dat het stikte van de cigales en dat die een voorkeur hadden voor autobanden! Een pas uitgekomen imago is lichtgroen en moet 'uitharden'. Pas uitgekomen exemplaren heb ik wel gezien. 

BIJEN EN ZO


Hier valt niet zo veel over te vertellen, ze hebben nooit mijn bijzondere aandacht gehad. 

Deze foto b.v. heb ik gemaakt omdat ik het zo grappig vond dat er massa's bijen kwamen drinken uit de regenton. In elke container met water stond altijd een stuk hout om dieren, die per ongeluk in het water terecht kwamen, vaak hagedisjes, de gelegenheid te geven te ontsnappen. Toen ik de foto maakte zaten er massa's bijen bij het water. Ik viel vooral op de bij die linksboven komt aanvliegen!
Deze grote regenton stond onder de hoek van het balkon en Ko had, heel slim, er een ketting boven gehangen, zodat al het water in die ton terecht kwam. In Zuid Frankrijk ben je zuinig op (regen)water .Als het ging regenen zette ik zo veel mogelijk emmers onder dakranden, een stuk of 12. Allemaal met een stok erin.

Wespen zaten er genoeg waar wij woonden. Ik heb er geen foto's van. Ze maakte overal kleine nestjes, bolletjes van cellen, zoals in een honingraat. Ik kwam ze vaak tegen als ik aan het snoeien was, nogal eens met een pijnlijke steek van een schijtnijdige (terecht) wesp als gevolg. Wespen maakten ook regelmatig nesten in de brievenbus of in de deur van de rode auto e.d.

Als je door een bij of wesp gestoken wordt doe dan zo snel mogelijk een natgemaakte paracetamol op de steek  en houd hem erop totdat de pijn zakt, dan heb je w.s. nergens last van. 

Een andere methode, als je ver van de paracetamol bent, is om 3 groene bladeren van verschillende planten te kneuzen en samen te wrijven om op de steek te doen. Mijn buurvrouw Mirjam deed dat, ik heb het nooit geprobeerd.

Hier helemaal rechts: het gevolg van een beet van een aoutât, teekachtig beest dat in vnl in gras voorkomt. Je ziet niks!

Vlak voor ons vertrek naar Nederland was een frelon doende met het bouwen van een nest tegen het plafond van de zomerkeuken. Een absoluut kunstwerkje van gekauwd hout. Een frelon is in het Nederlands een 'hoornaar'. Ziet er gevaarlijk uit, maar doet niks als je haar niet verschrikt. Het is een vleesetend insect. 
Beneden bij de garage had ik dit gevalletje - ooit gekleid - als onderkomen voor metselbijtjes. Er werd altijd dankbaar gebruik van gemaakt, in het voorjaar waren alle woningen bezet. 

 

 
De foto rechts is van later in het jaar, dan zijn de meeste larven die in de cellen gewoond hebben als volwassen dier uitgevlogen.

In Zoeterwoude heb ik in de binnentuin zo'n bijenhuis hangen, ergens gekocht; geen bij heeft er belangstelling voor getoond tot nu toe. Misschien moet het opener hangen of in de zon ...

  wespennestje ware grootte

Een bekende verschijning in onze tuin was een grote zwarte hommel. Twee keer zo groot als op de foto 1. Maakt aardig wat geluid, niet gevaarlijk. Vrijwel het hele jaar in beeld. De tweede foto, heel wat beter, is van internet. Om de een of andere reden is het hartstikke lastig om hommels te fotograferen in Frankrijk. In Nederland is het makkelijker ...

Hieronder: Mooie, maar onbekende torretjes op lavendel. Rechts een foto van een neushoornkever, maar één keer gezien. Ik weet niet veel van torren en heb er nauwelijks foto's van.
In Zuid Frankrijk zag je wel vaak wantsen, in het Frans punaises geheten. Deze rode met stippeltjes zag je vrij vaak, hier in de bloem van een cistus. Het andere torretje is hetzelfde als die erboven op lavendel.

Hieronder: leliehaantje. Ziet er best leuk uit als volwassen dier, maar hou je vast: de larven bedekken zich met hun eigen poep en zijn ontzettend smerig!! Bovendien vreten ze je lelies op. Als je de torretjes probeert te pakken laten ze zich vallen en komen ALTIJD op hun rug te liggen. Dan zie je ze niet meer op de grond. Als je leliehaantjes wilt bestrijden moet je dus iets meenemen om ze op te vangen. Een grote, plastic onderzetter voor potten is handig.
Deze zag ik toen ik bij een plant in het dorp stond te kijken en hem zo snel niet kon plaatsen. Totdat ik het torretje zag ...

Over rood met stippeltjes gesproken: in Zoeterwoude zag ik deze zomer, 2014, een lieveheersbeestje, net uit de pop. Nog bijna geen stippels op foto 1 en de vleugeltjes hangen nog buitenboord, op foto 2 kun je goed het omhulsel van de lege pop zien en op 3 is hij min of meer op kleur. Het proces duurde uren!
De trechter in het zand zullen veel mensen wel eens gezien hebben: het hol van de leeuw! Van een mierenleeuw wel te verstaan. Foto's hierboven van internet.
 Het beest hier rechtsboven zit onderin. De nietsvermoedende mier komt in het kuiltje terecht, kan er niet meer uit en wordt gegrepen. 

Links een foto van het volwassen insect met vleugels, best mooi. In Frankrijk heb ik het volwassen exemplaar maar één keer gezien, in de tropen vaker. Het beest is ongeveer zo groot als op de foto en vliegt tamelijk stuntelig.

Schorsvlieg, hieronder, op akkerschermbloem, als ik het goed heb, in Voorthuizen. Mooi beest.  Rechts een zweefvlieg op Oxalis melanostricta in Frankrijk.
VLINDERS EN ZO
Een van de mooiste vlinders ooit: St Joseph's Cloak Moth, gezien in Sydney, winter 2019. Het is eigenlijk een nachtvlinder - a moth - maar vliegt overdag en schijnt territoriaal te zijn. 

Nou kijken of ik een foto kan laden...

De eerste vlinder die je in Zuid Frankrijk opvalt, omdat je hem nooit eerder hebt gezien, is de Moro-Sphinx. Ik meen dat hij in het Nederlands meekrapvlinder heet (de rupsen leven op meekrap, een soort kleefkruid dat in Z. Frankrijk een algemeen onkruid is). Macroglossum stellatarum en dat is de enige Latijnse naam die ik hier verder bij ga schrijven. Hij vliegt het hele jaar en als het maar even behoorlijk weer is zie je hem als een kolibrie *) voor bloemen hangen waar hij met z'n lange tong nectar uit zuigt. Je hoort ze vliegen. Regelmatig heb je er een in de kamer. Echt een leuke vlinder. Fotograferen is uiteraard lastig met die snelbewegende vleugeltjes. 

*) In 2016 voor het eerst in onze tuin in Zoeterwoude gesignaleerd. In 2019 zag ik hem 5x.

 

Op een dag zag ik er een die roder leek en ook het lijfje zag er fluweliger uit. Via de vlinderstichting kreeg ik te horen dat het een glasvleugelpijlstaart was. Mooi woord voor scrabble! De foto van de vlinder in rust is uiteraard van internet.

De tweede vlinder die je in verrukking brengt is de koninginnepage. De vlinder in mei is dol op valeriaan (centranthus)
De vlinder vliegt 2x, in mei en in september een tweede generatie. De rupsen leven op peen, venkel en dat soort planten. Hoe dat ooit goed gaat vraag je je af voor die tweede generatie, want in juli en augustus is alles in rust en zijn er heel veel planten verdroogd. 
Mooi groene rupsen met streepjes, ik zal een foto zoeken.

Te gek mooie vlinder en makkelijk te fotograferen als je een beetje geduld hebt. 

Veel vlinders zijn heel onrustig en moeilijk te benaderen. Anderen doen direct hun vleugels op elkaar als ze ergens gaan zitten. Maar vlinders fotograferen is meestal makkelijker dan vogels vereeuwigen

Hieronder: pop van koninginnepage.

 

De koningspage, le flambé, vliegt ook 2x, de eerste generatie in maart en dan nog een keer in de zomer. 

Dit vind ik een heel aantrekkelijke vlinder, want soms lijkt het of hij met je wil spelen. Hij wiekt dan voortdurend om je heen en dat kan wel een uur duren. De eerste keer dat ik het meemaakte speelde de vlinder met mijn dochtertje van een jaar of 11, ergens in midden Frankrijk. De tweede keer was bij het gastenhuisje. 

Op een dag zat er een grote, oranjig-gele rups tegen de muur naast de trap, klaar om zich te verpoppen. Om de pop te beschermen tegen hongerige vogels heb ik een pot met een geranium op de trap gezet en de hele winter laten staan. Dat kan in Frankrijk, geraniums buiten laten staan ... 
Op een mooie dag kroop de vlinder eruit: koningspage. 

 

 

Één keer heb ik in Australië, bij Cairns, 'n vlinder gezien met 'glazen' vleugels en één keer in Z. Afrika eentje waarvan de bovenste vleugels doorzichtig waren. Wonderschoon. Deze ken ik alleen van het plaatje, super!
Later ook gezien: in Costa Rica.

Die muur was kennelijk een prettige plek om je te verpoppen. Een andere rups maakt zich gereed op foto 1, verandert in een pop, foto 2, en wordt uiteindelijk een koolwitje!

Veel plezier heb ik beleefd aan de euphorbiapijlstaartrups. Een trage rups op, allicht, euphorbia, t.w. E. characias, een veel voorkomende plant met heel giftig melksap! Hadden die rupsen geen last van. 
Keurige eters, eerst een heel blad opeten en dan pas aan het volgende beginnen. De rupsen beginnen geel/zwart/witte vlekken en er komt later rood bij, prachtige beesten. Uiteindelijk zo groot als een vinger.
Als de tijd daar is gaan ze aan de wandel, 2 of 3 dagen, ik denk om hun darmen, als ze die hebben, leeg te maken en daarna kruipen ze de grond in. Ik heb ze gehouden in een terrarium en het hele proces kunnen bekijken.  

Het was makkelijk om deze rupsen in een terrarium te houden, want ik had genoeg euphorbiaplanten in de buurt. Je hebt voor grote rupsen heel veel voedselplant nodig en je moet de plant ook vers kunnen houden. Voor konininnepagerupsen kon ik niet genoeg voedsel vinden. Je zou zeggen het loof van bospeen, maar dat verkochten ze maar zelden daar!

De vlinder, een nachtvlindersoort, heeft weer heel andere kleuren: mosgroen, crème en roze. Wat een absoluut wonder. En dan zijn er nog mensen die niet in God geloven!!!

Helaas waren rupsen en vlinders onze laatste Franse jaren, duidelijk minder aanwezig.

Rupsen en vlinders hadden mijn belangstelling al toen ik twee was, volgens mijn familie. 
In Nigeria, waar ik woonde van '64 - '68, heb ik het hele proces van deze vlinder, de beroemde monarch, kunnen bekijken: de rups, die op de rups van een koninginnepage lijkt en leeft op de zijdeplant; (asclepias), in 12 dagen volwassen was, zich verpopte - beeldige groene pop met een gouden randje! - na ruim een week donkerbruin werd en dan de volgende morgen om 10 uur een vlinder voortbracht. Je kon er de klok op gelijk zetten!!

Geen digitale camera in die tijd en bovendien vrijwel alle foto's uit die jaren kwijt. Gelukkig kun je op internet alles vinden. De vlinder rechts zit op de bloem van een zijdeplant. Als bij de foto's de naam van de maker staat vermeld ik hem erbij, maar meestal is die er niet. 

Een monarchvlinder leidt een heel interessant leven. Deze vlinder overwintert met miljoenen tegelijk op één plek ergens in bos met hoge dennen in Mexico. Het is een soort dat, net als trekvogels, migreert en daarbij kan een vlinder wel 4500 kilometer afleggen!!!
Deze heb ik elk jaar wel een keer gezien, maar voor een behoorlijke foto van de vlinder moet ik weer op internet wezen.

De Jasiusvlinder komt op rotte appels af. Heb je er een in de buurt zien vliegen en je hebt toevallig een rotte appel, leg de appel dan op een goed plekje neer en binnen de kortste keren zit de vlinder erop. Maar helaas, altijd met dichtgeklapte vleugels. De fraaie kleuren zie je alleen als ie rondvliegt. In juni. 

Op een middag gingen we bridgen toen ik de twee vreemde vlinders onderop de muur naast de auto zag zitten. Raar plekje want het was boven een stuk beton. Toen we terugkwamen waren ze helemaal uitgegroeid: nachtpauwogen. De vlinders zijn soms wel 14cm groot. Een keer eerder gezien, een dood, verfomfaaid exemplaar waarmee buurman Gilbert kwam aanzetten.

Deze rups kwam ik een keer tegen in een moerassig gebied met heide in Ierland, waar ik met Joke aan het wandelen was. Die was ook zeker 10cm. Jim H. die veel van insecten weet, denkt dat het de rups is van een kleine nachtpauwoog. 

 

Twee dagpauwogen, op buddleja in Voorthuizen en hieronder de zeer algemene kleine vos, soms massaal op scabiosa - 14 tegelijk! - of op de gevel. Vaak veel vlinders in Voorthuizen!

 

Het 'Spaanse' vlindertje waarvan ik de naam nooit heb kunnen achterhalen kwam elk jaar een paar weken massaal voor in Frankrijk, vaak op die scabiosa-achtige plant, zoals op de foto. De plant heb ik ook nooit met zekerheid kunnen determineren, iets heel gewoons, groeide overal. Ik moet nog een andere foto hebben van het vlindertje, het heeft een bijzondere tekening op de onderkant van de vleugel. Zomer 2017 heb ik er eindelijk een foto van. Meestal heeft die crème streep bovenin een poot naar links.
Ook van Jim kreeg ik de naam van dit vlindertje Pyronia bathseba en dat klinkt behoorlijk bijbels!

 
Landkaartje, hierboven, rechtsboven vuurvlindertje - op een aster - zowel in Voorthuizen als in Zoeterwoude. Hieronder: gehakkelde aurelia en distelvlinder, beide zowel in Nederland als in Frankrijk.

Een keer in het voorjaar een mooi groen vlindertje (Frankrijk): Thecla. Eerste foto zelf, tweede internet.

Deze twee op één dag, vlindertje rechts van verdrinking gered. Zigène de la coronille heet ie in het Frans; de rups leeft op Coronilla glauca, een aardige struik, en daarvan waren er genoeg. Het vlindertje heb ik maar één keer gezien, wel twee op een dag. In het Nederlands heet de familie van de dagactieve nachtvlinders bloeddrupje - mijn stokoude vlindergids geeft bloedvlekvlinder - en als je Zygaena googlet en afbeeldingen, krijg je foto's te zien van allerlei grote schoonheden van deze soort.

Op een dag was ik iets voor de garage aan het doen toen er een vlinder langskwam, nogal fladderig. Vervolgens nog een en nog een ...ze kropen onder de deur van de garage door. Behoorlijk wild. 
De volgende morgen vond ik er twee dood in de garage en er fladderden er ook nog een paar. W.s. heeft er een vrouwtje van deze nachtvlinder, een hageheld, in de garage gezeten en kwamen daar een hoop mannetjes op af. Een stuk of zeven, de feromonen werken goed!
Een dambordje kwam een heel enkel keertje langs in Frankrijk. Hier op anjertjes.

Er was ook dikwijls een licht groenig geel vlindertje te zien in de bermen in Frankrijk, maar dat was zo'n rusteloze snelle vlieger, dat ik het nooit heb kunnen bekijken/benoemen. Zomer 2017 zag ik het weer druk fladderend in de tuin van Jan en Marjan. Het was bijna donker en ineens ging het zitten op een armzalig, stekachtige plant. Daar kon ik hem goed bekijken, vleugels dicht en volkomen onzichtbaar als je niet wist dat daar een vlindertje zat. Foto's gemaakt, maar geen een goed. Wel weet ik nu wat het was: een luzernevlinder.

Het heeft op de vleugel een ring met wit in het midden. 

Bij het schoonmaken van de serre kwam ik die twee op de linkerfoto tegen: een schorpioentje en de lege pop van een beervlinder met het berenrupsenvel er nog aan. Ik vond als kind vaak de bruine beerrups op die struik met die vervloekte witte bessen, sneeuwbes? Mijn broertje en ik lieten ze over onze neus lopen! De beervlinder - een nachtvlinder - is heel mooi, met een vuurrode onderkant en daar moet ik ook nog een foto van hebben. Gevonden, na lang zoeken.

 Ik zag er bijna ieder jaar wel een. 

 Een atalanta, die geloof ik  nog een stel andere namen heeft: admiraal? nummervlinder? ziet er meestal supergezond uit. Zowel in Frankrijk als in Nederland algemeen.
Een wat verfomfaaid blauwtje op blauwe corydalis. Ik dacht dat het iets bijzonders was, maar het is het meest algemene blauwtje t.w. het boomblauwtje. Er is ergens een (niet veel) betere foto. Zoeterwoude.
De citroenvlinder was in Frankrijk een algemene verschijning, maar in zoverre anders dan de Nederlandse, dat het mannetje een fraai oranje vleugeltip had. Je kunt het nog een beetje zien op de foto hier links onder. Erg mooi vind ik, rechts ervan, een groot geaderd koolwitje, vrijwel doorschijnend, je ziet het roze van de centranthus door de vleugels heen.

Het vlindertje hieronder zat een keer op robbertskruid, een redelijk aantrekkelijk onkruid, dat ik wel uittrek, want anders heb ik straks niks anders. Het bleef zitten en ik zag waarom: piepkleine eitjes op het robbertskruid, hier flink vergroot. Tienuursvlinder, Frankrijk.

Twee onbekenden, gezien in Frankrijk, die hieronder meer dan eens, zijn boven: bont zandoogje: het laatste verbaast me, want die ken ik als grijsbruin met witte vlekjes, vorige week nog in Z'woude in de tuin. Hieronder links veldparelmoervlinder, Melitaea cinxia. De vlinder rechtsonder heb ik vrij vaak gezien, mooie vlinder en tamelijk rustig. Han Klein Schiphorst van de Vlinderstichting gaf me de naam: blauwe ijsvogelvlinder ... 

Gezien in Sydney, 2019, ongeveer de mooiste vlinder die  je je kunt voorstellen: St joseph's Cloak Moth.

Het is eigenlijk een nachtvlinder (moth), maar vliegt overdag en is territoriaal naar het schijnt. 

Een rups waar ik enorm de pest aan heb. Naam is me onbekend, ik heb hem altijd 'uilenrups' genoemd. Dit is een algemeen voorkomende rups van een of andere nachtvlinder. Hij is eerst lichtgroen en wordt later bruin. Een vraatzuchtig beest dat 's nachts de bloemen van Gladiolus tristis opeet! Als je 'm probeert te pakken, toch al niet leuk, want ze zijn zacht, die rupsen! dan laat hij zich vallen in opgerolde staat. Zo groot als op de foto. Als ik met een zaklantaren ging kijken bij die gladiooltjes - die zo zalig roken 's nachts, eind maart - dan haalde ik er soms wel 5 of 6 af. Krengen!
2020. Eindelijk weet ik bij welke vlinder deze rups hoort. W.s een huismoeder of een agaathvlinder. In Nederland houd ik het bij de laatste. 
Nee dus! 16 juni 2020: de rups die ik vanaf begin mei in een bakje heb gehouden, ging op 6 mei de grond in en kwam op 15 juni uit: Mormo maura en dat is een zwart weeskind. Mijn rups zag er weer net een beetje anders uit, want er zijn allerlei soorten weeskind.
EEN PAAR LIBELLEN /  WATERJUFFERS

Een rode libel op de hand van Joop, gemaakt met de net aangeschafte nieuwe camera in september 2009, heemtuin Leiderdorp.
 

Parende waterjuffers rechts en hierboven een vuurjuffer in de tuin in Zoeterwoude, mei 2014.

In Costa Rica, februari 2017, zag ik een waterjuffer van wel 10 cm of zelfs meer. Ik zal kijken of ik de foto nog kan vinden. 
ANDERE KLEINE DIEREN
In de allereerste week, dat we in het huis, dat later van ons zou worden, zaten zag ik dit beest op de muur van de gang. Een onbekend beest in eigen huis, het gaat enorm leuk worden daar in Frankrijk! 
Je kwam hem overal tegen en ik noemde hem 'rendier', het moge duidelijk zijn waarom. Scutigère  in het Frans. Wikipedia noemt hem spinduizendpoot, maar hij heeft maar een stuk of dertig poten.
In Frankrijk hadden we twee schorpioenen, een klein zwartje, dat met regenachtig weer soms het huis in kwam wandelen op zijn grappig dwarse manier, tamelijk onschuldig, en een gele, die ik maar een paar keer gezien heb, meestal verdronken in het zwembad, één keer onder een bloempot. Die gele schijnt minder onschuldig te wezen. Ik zoek een behoorlijke foto.
Het beest rechtsonder is een scolopendre, familie van de duizendpoten, een eersteklas griezel. Groot en zich druk wriemelend bewegend. Ook meestal verdronken gezien, maar toch ook vaak ergens onder vandaan. Steek? beet? schijnt onaangenaam te wezen. 

 

Op slakken ben ik ook niet zo dol. Dit hier links zijn segrijnslakken, die grote knollen in elke tuin. In Frankrijk niet heel veel. In Voorthuizen bijna niet, in de nieuwe tuin in Zoeterwoude vanavond twee.

 Ik ging met een zaklantaren kijken wie mijn viooltje voor opvrat, jaja, zo'n enge, dikke, bruin/oranje worst, linksonder. Weerzinwekkend vind ik ze, vooral dat gat bij die horentjes. Deze zit in de groene bak, maar ik breng hem straks wel weg naar een plek waar mensen geen last van hem hebben. Er bestaat ook een naaktslak die iets kleiner is en mooi van tekening, grijs met zwarte strepen, misschien komt die nog in beeld. Met zo'n klein huisslakje heb ik geen moeite, dat mag blijven. 

Tegenwoordig grijp de naarlingen met een tangetje en doe ze in een doosje in de diepvries. Later de sloot in.

Van spinnen weet ik ook al niet veel, maar dat is geen reden om ze niet te bekijken. Kruisspin rechts woont bij de groene bak in de tuin in Zoeterwoude. Slim plekje, want als de bak opengaat komt er nogal eens een wolk fruitvliegjes uit ...

Spin hieronder is een soort trechterspin, met rechts het web. Het web was in Frankrijk en de spin hier in huis en ze horen dus niet bij elkaar. Het heeft me de nodige tijd en de aanschaf van een instructief boekje gekost om te achterhalen welke spin het was. Er was n.l. spinnentelweek en dan ga ik al gauw kijken en meedoen. Een oplettende vriend stuurt me altijd allerlei informatie, maar dit keer een naam voor de spin en die kon onmogelijk kloppen: daar ga je dan.

Een fraai krabspinnetje in bloeiende peterselie.Dit exemplaar is wel heel erg mooi. Ik heb ze gezien in helemaal groen of roze of wit. Deze spinnetjes schijnen hun kleur te kunnen aanpassen aan de omgeving, binnen één dag. 
Kikkers kunnen dat trouwens ook. Een groene kikker komt soms bijna zwart tevoorschijn en is een paar uur later groen. Het verschijnsel ken ik zelfs van rupsen die een pop maken: die krijgt de kleur van de ondergrond. Op wit plastic werd de pop lichtoranje. Vissen in een aquarium verbleken vaak als ze gestoord worden. Het trucje is niet alleen van een kameleon ...

Maandenlang heeft een mooi groen krabspinnetje in een trogje met cactussen gewoond.

Web van een hangmatspin op een mooie herfstmorgen. In Clematis montana.

2019 Deze spin zag ik vorige week voor het eerst: een zgn tijger- of wespspin. De eigenaresse van Festina Lente, een kwekerij in Katwijk, maakte me op het beest  attent.
Dit is een wonderlijke verschijning in Frankrijk. Als ik het goed heb is dit een zakjesdrager. Hij staat niet in mijn Franse natuurboek. Er zit een rups in en later komt er, als alles goed gaat, een beetje nietszeggende vlinder van.

Ik ken dergelijke beesten van de vijver, die we op nr 72 hadden. Kokerjuffers. 

Hagedisjes, zoals in elk warm land, algemeen. Er woonde in Frankrijk ook een grote, felgroene soort. Ik heb hem een keer midden op de weg zien zitten, toen ik naar de déchetterie reed, ben gestopt, heb hem naar de kant gejaagd, kwam een kwartier later terug: hagedis dood op de weg. Stom beest en jammer, want je zag ze maar af en toe. Alleen in de eerste jaren, maar Ko zag er deze zomer een in de tuin van het huis waar we zaten en ook Cor maakte melding van de grote groene.
Toen we in 2015 in Pierrerue vakantie vierden heb ik die grote groene eindelijk goed kunnen bekijken.

Een levensgrote slang vereerde ons één keer met een bezoek: wel een meter lang lag ze op de trap naar boven en klom in de Viburnum tinus. Na twee dagen was ze verdwenen.

Spriet kwam wel eens met een klein (levend) slangetje thuis en we vonden er ook wel eens een in het zwembad. 

Adders waren er niet in Frankrijk, dit waren ringslangen (couloeuvres). Ik heb er ook eens een gered uit een leeg zwembad in de buurt. Die was niet eens blij! Goh, wat ging ie te keer.

Ook steeds minder in beeld: padden. In de eerste jaren zag ik wel eens een echt enorm beest, 15 cm pad. Prachtig. Hele mooie ogen. Later alleen nog maar kleine exemplaren en niet eens vaak. Ze zaten wel eens ingegraven in een bloempot. Zoals deze bij Anky. 

 

We hoorden zeker elk jaar wel een boomkikkertje. Hij maakt onwijs veel lawaai, vooral als er ergens in de buurt lawaai wordt gemaakt.. Nummer 1 hieronder zat bij Mirjam op een pot, 't was de eerste die ik zag. Begin vorig jaar vond ik nr 2 onderin een bloempot, wat een fantastische schuthouding en -kleur, als ie op een blad zit zie je 'm echt niet. Ongeveer ware grootte. Ik had de pot nodig, dus ik moest hem verstoren. Boomkikkertjes zijn ook wel eens bruin.

Kikkers hebben ook mijn hart gestolen. Toen we 'op 72' woonden - ons vorige huis in Zoeterwoude - hadden we een grote vijver met groene kikkers erin. Die kregen regelmatig meelwormen, zonder kop en aangeboden op een stokje. Ze  aten na verloop van tijd uit onze hand. Ze waren zo tam, dat als ik de vijver schoonmaakte er regelmatig een kikker op b.v. mijn been kwam zitten om te kijken of er ook iets te halen viel. 
Bij ons huidige huis is een kleine tuin met een minuscuul vijvertje met daarin kikkers. Een mooie 'bruine' is op de bemoste steen amper te zien. Vandaag, begin okt '14, ontdekte ik een heuse groene. 

VOGELS
Dit wordt een afdeling met nauwelijks eigen foto's. Als je die wilt maken moet je beschikken over: fotografisch supertalent, een reusachtige telelens plus statief, een kijkhut en engelengeduld. Ik heb redelijk wat geduld, maar de rest niet!
Ik heb wel dik genoten van vogels in Frankrijk. Allereerst de zwarte roodstaartjes, die al het eerste jaar broedden in het hokje met de pomp voor het zwembad. Daar hadden de oudervogels een nest gebouwd op de plank en, ondanks het feit dat er behoorlijk in- en uitgelopen werd, zijn de jonkies uitgevlogen. De foto van de vogel is van internet.
De foto van het nestje konden we zelf maken. Karin P. had een nest baby roodstaartjes waarvan de ouders waren verdwenen en zij heeft de vogeltjes maandenlang vertroeteld met meelwormen met een drupje water. Ze nam ze overal mee naartoe, want de kleintjes moesten elk uur eten!
Roodstaartjes zijn algemeen. Ze zitten vaak boven op een dak o.i.d. en zingen dan eerste een klein deuntje, gevolgd door een geluid dat het best beschreven is als het over elkaar wrijven van kiezelstenen. Ze zijn niet erg schuw.
We hebben later nog twee keer een nest gehad in de zomerkeuken, op een plank bijna tegen het plafond. Camera erbij, we hebben alles kunnen volgen vanaf het begin van de bouw van het nest. De eerste keer ging het mis toen de jongen al vrij groot waren. Het nest is leeggeroofd door w.s. een steenmarter, we vonden alleen nog maar één pootje. Het jaar erop ging het goed. We hadden toen een soort kap van flexibel, maar glad plexiglas gemaakt boven het nest en daar had een steenmarter niet van terug.
Onze 'eigen' roodstaartjes bezig met hun nest in aanbouw onder de plexiplaat kap. Zomer 2012.

De gekraagde roodstaart heb ik vrij vaak gezien. Één jaar woonde hij w.s. dichtbij en zat hij dagelijks dichtbij te zingen, mooi liedje, beetje als een merel. En wat een knap ventje. De laatste twee jaar niet meer gezien of gehoord. Foto internet.

Jonge gekraagde roodstaarten zaten in september regelmatig in de terebinth van de bessen te snoepen. Die waren er maar een week of zo, maar in die week had ik de kijker op het aanrecht liggen, want er kwam van alles op die bessen af. Niet elk jaar, trouwens.

Bijeneters kwamen elk voor- en najaar uitgebreid langs. Regelmatig vlogen er een heleboel om ons huis, meestal aan het eind van de middag. In het eerste jaar zaten ze 'n keer op de elektrische draden voor de deur, maar ik had geen camera in de buurt en zeker nog geen digitale. Maar wel heel goed en van dichtbij gezien. Links internet en de foto rechts heb ik deze zomer gemaakt, haha! 
Dat er bijeneters in de buurt zijn hoor je meteen. Ze maken een bijzonder geluid, niet op te schrijven natuurlijk, maar zoiets als krrwark, krwark, krrwark.

De scharrelaar was een vogel, die we vooral in augustus zagen en wel op het stuk weg van Cébazan naar Cruzy. Het eerste jaar dat we ze tegenkwamen zaten er 'n keer wel 'n stuk of twaalf wel op de draden (was een deel van de route naar Narbonne). Prachtig beest. Op de foto van internet met een scolopendre in zijn snavel. De scharrelaar rechts is onze eigen foto, maar dat is er een uit Oost Afrika, Lilac breasted roller, tamelijk algemeen in Kenya en Tanzania. Ook de scharrelaar hebben we de laatste jaren niet veel meer gezien.
Mussen waren in Pierrerue algemeen, één keer zag ik een ringmus. Merels zag je nauwelijks, die waren in Frankrijk hartstikke schuw. Worden, misschien werden, opgegeten. Ik hoorde ze in het voorjaar en zag er heel soms een, zelfs op eigen terrein. In de eerste winter - het was koud -  bij de malus van Mirjam en daar heb ik hetzelfde jaar één keer een lijster gezien.
Er waren redelijk wat spreeuwen en die hoorde je nogal 's buiten het zangseizoen. In de buurt van het aanplakbord van de gemeente in Pierrerue zat er vaak een te tjoerelen. Dat beest heeft me een aantal keren tuk gehad, omdat hij feilloos een wielewaal imiteerde en dan keek ik natuurlijk meteen verrast op!
Er zaten wel wat wielewalen in de buurt, ook de laatste jaren. Altijd in grote bomen en in de buurt van water. Ik heb er meer dan eens een heel goed gezien, b.v. vlak bij de supermarkt in een boompje van amper 2 meter. 

En verder hoorde je ze regelmatig, onmiskenbare roep, maar het lijkt niet op tiedeljoho. Leve internet voor de foto's.

Andere vogels die ik wel eens zag: zwartkop, zowel de zanger met het zwarte oog - kleine zwartkop - als die met het rode oog - zwartkop grasmus. De laatste kwam 's winters wel op het balkon van de vetbollen snoepen. Een paartje woonde in de pistache bij de keuken, maar liet zich niet vaak zien. Een keer een baardgrasmus en één keer een Provençaalse idem. Boomkruipertje. Goudhaantjes. Kool-, pimpel en staartmezen. Heel veel puttertjes. Vinken, Turkse torteltjes. Zwaluwen, gierzwaluwen, oeverzwaluwen. Buizerd, torenvalk, blauwe kiekendief. Fazant (uitgezet door de gemeente voor de jacht ...), patrijs. Een keer een korhoen. Deze zomer een jonge zeearend. Flamingo's en koereigertjes. Reigers uiteraard. Een roodkopklauwier kun je 's zomers regelmatig zien zitten op de draden langs de weg tussen Cazedarnes en Cébazan. En de hop, niet te vergeten. Een aantal keren van dichtbij gezien, o.a. op 2 meter afstand in de tuin van Gilbert: een oudervogel die een jong voerde, je houdt je adem in! en vaak van een afstand.

Hierboven links: puttertje, rechts: ringmus. 
Veel gehoord en ook behoorlijk vaak gezien: de nachtegaal. In de zomer zat er bij je wandeling elke 100 meter een te zingen. Maar zien, ho maar. Meestal zie je iets wegvliegen met een opvallend roodbruine staart. 

Pas deze zomer, 2014, heb ik ontdekt dat een bepaald piepend geluid hoort bij moeder nachtegaal, die contact houdt met haar al uitgevlogen jongen en dat die jongen met krrr antwoorden, anders dan bijeneters, maar toch. 

Gehoord maar niet gezien: bosuil, 1x, en regelmatig het kleinste uiltje in Europa: dwerguil, die vnl in februari/maart vlakbij een letterlijk eentonig geluidje liet horen 's nachts. In Voorthuizen heb ik een keer een steenuiltje gehoord. 

Dit vuurgoudhaantje bracht Spriet een keer binnen, w.s. tegen een raam gevlogen, want Spriet ving geen vogeltjes. We hebben het laten opzetten.  

Als je de foto's ziet begrijp je dat van talent, telelens, statief etc. Maar zelfgemaakte foto's hebben ook wat. Hop, linksboven. Turkse torteltjes op ons balkon.
Boomklever op de pinda's in Voorthuizen.

Mijn jongste dochter woont sinds een jaar of 5 in Sydney en af en toe gaan we haar (en natuurlijk ook haar man en vooral mijn kleinzoons) opzoeken. 

In Australië is er veel te zien, zelfs is Sydney. Het meeste plezier beleef ik er aan de Magpie en dat is geen ekster, maar een vogel zo groot als een kraai, zwart/wit en erg tam. Het allerleukste is dat hij een schattig geluid heeft, een soort tjoerelend zingen. De tranen schieten je in de ogen als hij dat op een meter of anderhalf van je vandaan gaat doen! Hij komt graag kijken of er iets te halen valt, maar ook zonder dat kan het ook gebeuren dat ie zo maar een beetje tegen je aan begint te zingen.

Toen we er in 2015 waren en een rondreis maakten, waren we in een huisje in de Grampians en daar kwam ie gewoon de kamer in!

Onze groene logé Fiko, eind 2010. Fiko's baas kon alles met hem doen, maar zijn vrouw hoefde niet in de buurt te komen. Wat dat betreft zijn papegaaien eigenaardige beesten. 

Fiko wilde zich door mij best op zijn kop laten krabben, kwam zowel bij mij als bij Ko op de schouder zitten, maar lustte geen appel en kon ook niet heel veel zeggen. Gezellig voor een weekje, maar wat een rotzooi maken papegaaien. Dat was ik na jaren papegaailoos weer helemaal vergeten.

Kuifeendjes vind ik ook heel leuk. Meestal zie je ze weer in november. November vind ik helemaal niks, maar kuifeendjes en mandarijntjes maken het een beetje beter te verduren.
Tenslotte twee typisch Amsterdamse vogels. Brutaal als de beul en blijkbaar nogal op fietsen gesteld!

9 maart. Van deze word je blij als je alleen maar de foto ziet. Het is een Sulawesi jaarvogel en komt dus alleen op Sulawesi voor en daar zal ik nooit van mijn leven meer komen, lijkt me. Maar ik wilde de foto graag bewaren om af en toe naar te kijken. Hij komt uit het tijdschrift 'Vogels', dat ik een paar keer per jaar door de vogelbescherming krijg toegestuurd. 
Filmclipje Oropendola (groot)
KATTEN

Onze poes Daisy komt t/m 1 augustus 2014 - de dag dat we afscheid van haar moesten nemen - veelvuldig op de webpagina's voor. 

Toen poes Camilla dood was en Kleine Poes alleen overbleef zochten we gezelschap voor haar via MP. We kregen Daisy, een blue-point siamees van een jaar of 3, rond kerst 2005 van een mevrouw met een cattery. Daar had ze 3 nesten gekregen en dat vond de mevrouw genoeg. Ik mocht haar hebben op voorwaarde, dat ik haar zou laten steriliseren. Wat een geweldig cadeau; we hebben een wereldkat aan haar gehad. 

Hier is ze, onze beeldschone en buitengewoon lieve prinses Daisy, bijgenaamd Spriet.

In haar jonge jaren  speelde ze graag met een leren koordje op de blauwe bank, die vol halen zat na verloop van tijd.

In het begin hadden we een heel beroerde camera en de eerste foto's verschijnen pas in 2006, t.w. in augustus. In die tijd likte Dees steeds haar schouder open en daarom droeg ze vaak een truitje. ik breide die truitjes vaak in de auto, op weg naar een middag bridgen.

Hier samen met Kleine Poes op de Libelle.

Kleine Poes ging in oktober 2006 dood, 18 jaar oud. We dachten er goed aan te doen gezelschap te zoeken voor Spriet.
Eerst deze rooie uit Montpellier. Een lief beest, een beetje te dik en een beetje angstig. Dees moest haar niet. Terug naar Montpellier. 
Later vonden we Poozj, een heel mooie oosters korthaar, die door haar broer gepest werd. Een lieve, maar schichtige poes. Het leek een tijd goed te gaan, maar Dees bleek behoorlijk onverdraagzaam en ook geniepig: 's nachts oorlog. Poozj ging terug naar Zwolle. Maar mijn vriendin Anne had haar bij mij gezien, was weg van haar en nam haar mee naar Groenlo. 

Voor Daisy geen gezelschap meer! Dat vonden alle partijen prima.

De enige kat waarmee ze het goed kon vinden was een vrij lelijke cyperse kater, die Ko altijd Krelis noemde. Die hoorde bij de kudde katten, die Gisèle bij haar huis boven aan de heuvel had. 

De buren van Gisèle hadden ooit 2 katjes langs de straat gevonden en meegenomen. Die werden ietwat verwaarloosd, Gisèle zorgde ervoor. Al gauw kwamen er 4 kleine katjes bij ...Toen waren het er dus al 6! Dikke kans dat het er volgend jaar 18 zouden zijn. en daarom heb ik Mamapoes en dochter laten steriliseren door Ella. Behalve Mamapoes zijn alle katten van lieverlee verdwenen.

Mamapoes heb ik dit jaar - 2014 - voor het eerst sinds 4 jaar weer gezien: ze kende me nog, reageerde meteen toen ik haar riep: hartstikke leuk. 

Ella dierenarts gaat elk jaar met 2 andere vrouwelijke dierenartsen in 3e-wereldlanden honden en katten steriliseren. Ze doen dat via een heel klein gaatje opzij in de buik, daarna injectie met antibiotica en klaar. De 3 dierenartsen noemen zich The Spay Sisters. 

Als je een karweitje deed van het een of ander kon je er donder op zeggen, dat Dees in de buurt was. Boven op je naaiwerk b.v. of bij het verpotten van planten. 
Behalve in de winter, wanneer ze de voorkeur gaf aan haar verwarmde mand, sliep ze graag bij ons, meestal aan mijn linkerzijde. Rechts: dagelijks borstelbeurt, niet vergeten!

 

 

 

Water is lekker uit een gebruikt kopje op het aanrecht, of uit een emmer met regenwater, of een plas regen, of een kannetje waarmee je planten begiet. Alles beter dan zo'n stom bakje op de grond, toch?

Relaxen op het balkon of bij het zwembad. 
Dit is de laatste foto die ik van haar heb gemaakt: 1 augustus 2014, de dag dat ze doodging. Ze is 14 jaar geworden.
Sinds 2016 hebben we ook weer een poes, lilac point, oud type, dus met rondere vormen dan een moderne Siamees. Ze heet bij ons Muts en dat is niet voor niets. W.s. heeft ze een traumatisch verleden, want eenvoudige kattenzaken zoals kopjes geven, heeft ze nooit geleerd. Ze is best lief, kan inmiddels ook wel aardig snorren en zit graag op schoot als we bij de TV zitten. 
Helaas geeft ze vaak over, dat is erg vervelend. Soms komt Stevie van hieronder, logeren. Stevie hoort, sinds Claire naar Australië is verhuisd, bij Tinka. Muts en Stevie houden niet van elkaar, maar het is ook geen oorlog.

En nou moet ik nog zien dat ik van de twee een foto oplaad ...

Katten die bij de familie horen. Hierboven Tinka's Poessie, een van de mooiste katten, die ik ooit gekend heb, maar helaas niet meer in leven.

En Claire's Steve, vernoemd naar Steve Irwin van 'He is going to bite you'. Foto rechts is zo schattig met pootjes van baby Jacob en Steve.

We zijn een aantal jaren later en Ko en ik wonen alweer 5 jaar in Nederland. Claires Stevie woont nu bij Tinka, want Claire is naar Sydney verhuisd met haar man en  mijn twee kleinzoontjes. Jammer, maar helaas. Komende winter gaan we hen weer opzoeken.

Tinka is met enige regelmaat ergens waar Stevie niet mee kan. Zij woont vaak in een camper en als ze in Drenthe moet werken dan is dat in een natuurreservaat. Katten zijn daar niet gewenst en Stevie komt dan hier logeren. 
2021: nadat Tinka vorig jaar is overleden is Stevie bij vrienden van ons, Noor en Tjeerd, in Drenthe gaan wonen. Zij hebben daar een fantastisch verbouwde boerderij met heel veel ruimte. We zien hem nog regelmatig. Ook zo'n wereldkat die b.v. nooit achter een vogeltje aan gaat.

Zelf hebben we nu ook toch maar weer een poes. Ze spoort niet helemaal en heet Muts. Stevie en Muts kunnen redelijk goed door één deur.

Stevie is in het najaar van 2022 overleden. Hij was 18 jaar.

 

Dit zijn onbekende katten, maar wat een leuke foto!
Een grote wens ging in vervulling toen ik 80 werd: we gingen naar Namibië en Botswana en bezochten een kolonie stokstaartjes. 

Die waren de aanwezigheid van mensen gewend en deden wat ze altijd deden, eten zoeken, op de kleintjes passen en uitkijken naar eventueel gevaar. We hebben twee uur ademloos zitten kijken, naar o.a. de babysit op de foto, die de 7 jongen van de groep onder zijn of haar hoede had. Zie ook onze homepagina, vakanties en speciale afdeling stokstaartjes.

 

In onze kennissenkring zijn er ook leuke hondjes: Daisy Bevan, van onze Engelse vrienden en bridgepartners en Ollie van onze vrienden/buren Anky en Willem en Bardot van 'de jongens'. Nr 1 en nr 3 zijn in 2020 overleden. Inmiddels, 2023, zijn ook Daisy en Ollie er niet meer.

Meestal heb ik me kleinere dieren geamuseerd. Deze foto is in Zuid Afrika gemaakt, 2011.

Als kind al zowat met beestjes in de wieg gelegd, nu - tegen het eind van mijn bestaan - nog altijd diep onder de indruk en hevig geboeid door alle mogelijke soort dieren. En planten.

Ik betreur het, dat ik in de interessante tijd in Nigeria geen digitale camera had. Het zou een stuk leuker geweest zijn daar als ik toen camera en computer tot mijn beschikking had gehad. 
Ik keek, als het even kon, mijn ogen uit en wist waar de slikspringers zaten (volkomen nieuw beest), ik wist hoe de agames in de tuin hun eitjes in de grond deponeerden, bracht eekhorentjes en een duikertje groot met de fles en rommelde daarbij maar wat aan want een leidraad en hulpmiddelen had ik niet) en zag allerlei interessants. Zoals de hele cyclus van een bidsprinkhaan: een stuk of 80 baby's die uit een eicapsule kwamen b.v. en de hele cyclus van de monarchvlinder. 

 

naar bovenkant