bove

Eenjarigen en Wilde planten

naar onderen 


Planten die je hier in het wild kunt vinden kunnen heel aantrekkelijk zijn voor in de tuin. De moeite waard is bijvoorbeeld Potentilla verna , met aardbeiachtig blad, gele, aardbeiachtige bloemetjes in het voorjaar en uitlopers waaraan zich een nieuw plantje vormt. Zou het familie van de aardbei zijn? Hij kan heel goed tegen langdurige droogte en ziet er meestal fris uit. Hij breidt zich in een rustig tempo uit. Eventueel ook te koop bij Filippi.
Nu we in april zijn beland kan ik een foto toevoegen van deze potentilla in bloei, gecombineerd met een naamloze*), lage, gele iris.
*) Vandaag, 14 april, heb ik onderstaande foto's op deze site gezet + een deel van deze tekst. Vandaag kreeg ik ook een zending boeken over bollen uit Amerika binnen. (Boeken zijn daar vaak goedkoper, zelfs mèt kosten van versturen) Daarbij een bollenboek en wat vind ik daar? De naam van de iris!! Iris pumila ' Pogo' .

Een ander leuk, eenjarig onkruidje' is helemaal kruiswijs: de kleine blaadjes staan in paren steeds dwars op elkaar en de wat houtige takjes ook. Als de gele bloemetjes in september verschijnen zie je een plant, ongeveer 40 cm hoog, met een tere uitstraling, maar in feite kan hij heel wat hebben. Hij kan bijvoorbeeld tegen  wekenlang helemaal geen water! Hij zaait zich goed uit en laat zich, waar ongewenst, makkelijk uittrekken. Echt een aanwinst. In een vaas doet hij  het ook prima.
Een probleempje: ik heb geen idee hoe de plant heet, maar er wordt aan gewerkt. Het herbarium van de Leidse Universiteit gaat zich ermee bemoeien ...  Het antwoord is binnen: gele ogentroost of Odontites lutea (met dank aan Jaap Mennema). Linksonder.

Verbascum sinuatum h + bloem g

Verbascum sinuatum of (Verbascum ondulatum ) ? is een veel voorkomende plant. De rozetten van bladeren met een sterk gegolfde rand vind ik mooi. Ook de bloei is niet slecht en duurt bovendien lang, maar de bloemen willen nogal eens snel verwelken in de felle zon. Dit soort laat zich goed verplanten, wanneer de planten nog klein zijn en in het begin water wordt gegeven totdat hij is aangeslagen. Daarná volgen zaailingen t.z.t. vanzelf. 
Antirrhinum majus , een soort leeuwenbek, paarsrood, is ook de moeite waard. De grote bloemen zijn decoratief aan een beetje stijve plant. Ik heb ze ook gezien in lichtroze en bijna wit.


f
Eventueel te koop bij Philippi.

Een andere leeuwenbekachtige, een Linaria ? is heel bleek lila en kleinbloemig, 60/70 cm hoog en goed voor lastige plekken in de zon. Geurend! Op de puinhelling vóór krijg ik hem niet aan de gang, dat gaat kennelijk te ver. De uit Nederland geïntroduceerde donkerpaarse en roze linaria's doen het hier ook goed, hoewel een plant soms ineens doodgaat zonder aanwijsbare reden. Naam van de wilde soort vooralsnog onbekend.

Links iets wat beneden aan ons straatje over een stuk rots groeit. Ik vind het mooi, weet niet wat het is en heb vagelijk een gevoel van 'bezint-eer-gij-begint'. * Het zou wel eens een onverbeterlijke woekeraar kunnen zijn. Het lijkt me een polygonumachtig iets.
* later: b.e.g.b. planten genoemd


Dit exemplaar staat gewoon in de straat!    

Heel toevallig kom ik hem net tegen in een catalogus (Schrijve): Boussaingaultia davidii , maar op het internet heb ik nog geen extra info gevonden. 
Als je niks beters hebt waarom zou je dan niet een koolzaadplant laten staan? Als je 'm een beetje bijhoudt is ie best leuk. 

Aardig om te zaaien: Cerinthe major atropurpureus . Deze blauwgrijze, in principe eenjarige plant heeft paarsblauwe uiteinden aan de takken met niet zo grote blauwe bloemen. Ze kunnen goed tegen warm en zonnig, maar moeten wel een beetje begoten worden. Hommels en bijen zijn vaste bezoekers. Zaad bij T&M, als je niet wat zaailingen van iemand kunt krijgen. Want zaailingen te over! Grappig feit: uit één zaad komen regelmatig twee plantjes als een Siamese tweeling. Er bestaat ook een gele vorm, zonder de fraaie blauwe schutbladeren en omdat ik die óók heb heb ik nu regelmatig planten met mahoniekleurige bloemen en soms ook weer gekleurde schutbladeren. De plant wordt wel groot, 80 breed, 60 hoog en met veel water zal hij t.z.t. omvallen zonder steun.

Over salvia's staat er al het nodige bij de rubriek vaste planten. Dit is Salvia roemeriana . Mocht je in de gelegenheid zijn te kijken in het fraaie salviaboek van Sutton dan staat er een foto op blz 44. Uiterst aantrekkelijk. Toen ik een exemplaar van de plant vond bij Philippi ben ik gaan zoeken naar net zo'n pot. Ook gevonden!

Er gebeurt iets heel eigenaardigs met deze salvia. Aan het eind van het voorjaar begint hij te bloeien en krijgt zaad. Da's vrij normaal. Daarna krijgt hij bloemknoppen die nooit opengaan, maar wèl zaad. Het verschijnsel heet kleistogamie en komt ook voor bij b.v. viola laboradorica.

In september, na het zomerreces,  kwamen er eerst rode puntjes, vervolgens heel kleine bloemetjes en tenslotte in oktober weer normale bloemen. E.e.a. valt een beetje tegen, want je wilt liever een plant die normaal bloeit, maar bijzonder is het wel. Ik weet ook nog steeds niet zeker of hij nu één- of tweejarig is!

Een toevoeging van 8 mei. Gisteren was er een markt in de buurt en daar was Gill Pound, de kweekster. Zij zei dat deze salvia bijzonder droog gehouden moet worden en verder dat je hem als éénjarige moet beschouwen. 

Op de foto in het boek van Sutton ziet hij er ongeveer uit zoals op de foto links, maar zo staat hij er nu hier ook bij!!!

24 januari 2006 Nu we een serre hebben kan ik, denk ik, makkelijker zaaien. Mis! Bij T&M heb ik Dianthus amurensis besteld. Dat is een lief, winterhard, 'blauw' anjertje. Wat staat er in de zaai-instructies: zaaien bij 15-20 graden. In de serre daalt de temperatuur 's nachts tot een graad of 6 als ik de beluchting open heb staan. Nu vertellen ze wel meer onzin: het zou 14 dagen duren tot ze opkwamen, maar na 2 dagen verschenen de eerste kiemplantjes. Ze staan in de enige vensterbank die dit huis rijk is, in de keuken. 

Toevoeging eind juni Hij doet het niet zo goed als in Nederland. Tot nu toe aan al die plantjes slechts één armetierig bloemetje!
Pervenches heten ze hier en worden min of meer als een plaag beschouwd. Evenzogoed beeldschoon, maar niet in de zomer als het loof één dorre boel wordt. Vinca major heet ie officieel en hij komt ook in een minor uitvoering voor: rechts Vinca minor , die ook in blauw en wit bestaat. Rechts is een gekweekte atropurpurea . Kort knippen in het vroege voorjaar voor goede bloei.
 
Niks is gemakkelijker in het dagelijks tuinleven hier dan Iris germanica. Ze komen overal in het wild voor, vnl donkerpaars, ook wel blauwer en wit. Ik vind ze het mooist als ze bijna of net bloeien, want al gauw zitten er van die proppen uitgebloeide bloemen in, een onaangenaam gezicht! Bovendien is het afknippen van de uitgebloeide stelen een vervelend en intensief corvee. Twee weken kun je ervan genieten. Verder zijn de planten goed voor het verticale accent en geweldig voor lastige plekken!
Plant een knol, nadat loof en wortels voor minstens de helft zijn afgeknipt, half boven de grond met de bocht naar de zonzij. De laatste 3 foto's zijn van begin april.

 

We moeten het terrein van brandbaar spul ontdoen, maar ik laat nog even bloeien wat nu bloeit. Dat is o.a. stekelbrem  (le scorpion Calycotome villosa ) een vreselijke prikker die lief bloeit. Knip hem  jaarlijks, met dikke handschoenen aan, tot de grond af en je krijgt aardige struikjes. Anders worden heet akelig lange slierten. 
Verder hoef je er nooit wat aan te doen en hij groeit op der armste plek.
 
22 april Met al het getob in en om het huis - zie onze homepage - zou je bijna vergeten dat het ook nog voorjaar is en dat er heel veel moois in bloei staat. Hier op de foto Cerinthe major purpurascens . Het is een mond vol en een heerlijke plant. Zaad van T&M of van een bekende bedelen. Als je 'm eenmaal hebt gaat het verder vanzelf, erg makkelijk. Hier doorstaat hij de winter en bloeit dus al vroeg. Hommels en bijen zijn er dol op.
Afgezien van deze fraaie, blauwe is er nog een gele; die heet net zo, min het laatste woord. Kruisingen krijg je ook met een beetje mahoniekleurige bloemen.

De phlox ernaast is Ph. subulata 'Blue Eyes' en het grasje festuca glauca

 

Soms ben je verbaasd over wat er allemaal wèl kan. Ooit kreeg ik van mijn zusje zaad van witte onschuld, oftewel: Omphalodes linifolia , een allerliefst eenjarig plantje dat zich buitengewoon makkelijk laat zaaien. Zelfs tussen de stenen wil het nog groeien, als het tenminste af en toe water krijgt. Zonder water verpietert het. De bloemetjes lijken op vergeet-me-nietjes, maar het hartje is niet geel. Het lukt me niet om een goede close up te maken.

Eind april/begin mei is ook weer de tijd van de bieslelies, Aphyl lanthes monspeliensis.
Vaak willen mensen ze graag hebben, maar ze laten zich absoluut niet verplanten, tenzij je een echt héél klein plantje aantreft!! Ze zaaien zich wel enorm uit, maar zaad is moeilijk te vinden, gek genoeg.

Vroeger of later krijg je het vanzelf in je tuin: Centranthus ruber , lilas d'Espagne. Rose, wit, als je geluk hebt tegen rood aan. Ze zaaien zich enorm uit, sommigen vinden het onkruid. Ik niet, vooral niet als er een koninginnepage langs komt, die bovendien helemaal niet schuw is. Ook zijn gestreepte soortgenoot, de koningspage,  kwam langs, terwijl die meestal vroeger is, maart of zo. (Links Papilio machaon, rechts Iphiclides podalirius.)
Rommelige planten kun je prima afknippen. Ze lopen vanzelf weer uit. In het voorjaar kort knippen.

De lokale paarde(n?)bloem is zó mooi dat ik hem graag hier en daar laat staan. Urospermum dalechampii is zijn officiële naam. De bloeiperiode is niet erg lang, mei/half juni en de planten worden een flink stuk groter dan hun Nederlandse soortgenoot, 30 bij 30 wel.
Jong blad kan als salade gegeten worden.

Van die snoepjes kom je tegen. Dit is Blackstonia perfoliata , zomaar een wild plantje, op ware grootte. Het blad is wat zilveriger dan op de foto Ik heb er telkens maar één, steeds ergens anders. Ik wou dat ik wist waar ik aan zaad kon komen! Vaak verdroogt het voordat het zaad rijp is.

Ik heb ook altijd veel plezier in de bladloze paarse orchideeën, Limodorum abortivum , die in de buurt van de composthoop groeien en vaak niet goed uitkomen door de droogte. Bij de débrousaille ontdekte ik ze ook op andere plekken. Ook het bosvogeltje, een nietig wit orchideetje, staat hier op 2 plekken, op elke plek maar één. Koesteren dus!

Wild en eenjarig gecombineerd: Helichrysum stoechas (denk ik) en Nigella papilliosa (denk ik) ... De helichrysum is een van mijn favoriete wilde planten. Gelukkig zaait ie zich flink uit: ik heb er al veel meer dan het eerste jaar. Ook niet in bloei aantrekkelijk. Aan te bevelen is knippen na de bloei of nadat de zaden zich verspreid hebben en het is een beetje onduidelijk wanneer dat is. Nigella kun je een keer kopen of van iemand krijgen en dan gaat het verder vanzelf.

De helichrysum hier rechtsboven staat ergens bovenop rotsen, een onmogelijke plek, pal in de zon!

Elders in de tuin groeit peterselie. Ik had in Nederland al gemerkt dat peterselie een makkelijk groeier is en bovendien schattig bloeit om zich daarna uit te zaaien ... Per ongeluk knipte ik een mooi hoge nigella (= juffertje-in-'t-groen) af vorige week en moest ik peterselie verwijderen want het werd een beetje veel: goed voor een beeldschoon boeket dat al bijna 2 weken staat!!

Tip: plant meer peterselie in je tuin! Niet alleen om van te eten, maar voor het mooi.

 
Een onkruidje uit de tuin van mijn buurvrouw Giselle blijkt een eenjarige Ajuga chamaepitys te zijn. Geen wonder dat ik het zo leuk vind: ik heb altijd een zwak voor ajuga gehad. Gewone ajuga heeft bij mij een of andere verwelkingachtige ziekte ... Dit is een sierlijk plantje, ook als het niet bloeit.
Het is maar een cm of 10 hoog en moet naar dennen ruiken, maar ik ruik niks.

Het vorig jaar, toen ik het net had overgeplant, heb ik het zorgvuldig in de gaten gehouden, niet wetend wat ik ervan kon verwachten. Toen er iets moois opkwam tussen Dichondra repens 'Silver Falls' heb ik het laten staan, dat tot mijn verrassing dus die ajuga was. Ze bleven lang heel klein en waren erg mooi in combinatie met de dichondra. 

Eenjarig Lieve vrouwe bedstro, Asperula orientalis , is ook een prima plantje voor hier. Het is een ijl gevalletje dat je makkelijk uittrekt als het 'opkomt'. Maar leuk is het wel. Zaait zich prima uit, als je het de kans geeft en is goed bruikbaar in boeketjes. 
Lijkt op tijm, maar is Coris monspeliensis . Ook al zo'n lief plantje. Ik denk twee jarig, misschien vast, maar dan niet langlevend. Ze bloeien vlak ná de tijm en behoorlijk lang. Gelukkig krijg ik er steeds meer!
Eventueel te koop bij Philippi.

Onkruidjes zijn vaak zo leuk en je weet ook regelmatig niet hoe je eraan komt. Ook - helaas - vaak niet hoe je eraf komt, maar dat is een tweede!
Links pekbloem, die ik in Zoeterwoude in de tuin had en dat misschien ergens in meegereisd is. Stond aan de andere kant van het huis, nu ineens vóór. Leuk bij de brachiglottis, maar lelijk bij de rode grond daar.
Rechts onbekend, maar leuk toch?
Verbascum 'Silver Lining' , met vnl erg mooi blad, staat nu in bloei en ik hoop dat hij zich ruim zal uitzaaien, liefst op handige plekken ... Rechts ervan staat een heel sterke plant die in Nederland als onkruid groeit, het blad heeft een heel eigenaardige geur: iets als Chrysanthemum ...? - misschien het Nederlandse moederkruid - ooit gekocht bij Gill: heel makkelijk, af en toe een kind ergens, nuttig voor boeketjes. Helemaal zonder water lukt niet.
Aan het begin van dit hoofdstuk staat een foto van Verbascum sinuatum , de verbascum met een wortelrozet van bladeren met een aantrekkelijk gegolfde rand. Op de eerste foto is het een plant van een jaar, die zich onpraktisch midden in de loop van buiten naar de voordeur heeft gevestigd. Nu staat hij net in bloei, groter dan ooit, onhandiger dan ooit, maar vooral mooier dan ooit!
Later zal hij zich waarschijnlijk uitbundig gaan uitzaaien, tussen de tegels ...
Officieel is verbascum tweejarig. Maar ik heb planten die na 3 jaar nog niet bloeien (op een onmogelijke plaats) en planten die al voor de 3e keer bloeien.
Voor de wilde planten loopt het eerste stuk seizoen ten einde. Ik heb nog veel scabiosa - heet òf Knautia arvensis òf Sixalis atropurpurea subsp. maritima die, ondanks de maritima ver van zee groeit op droge plekken (klopt, dus w.s. de 2e!)- in bloei, een heel goede plant voor de vlinders, maar niet goed te fotograferen. Het is een beetje rommelig ding, wortelrozet en dunne sprieten met bloemen.

Het vlindertje, een soort zandoogje, Pyronia bathseba, of in het Frans Amaryllis d'Espagne, is dit jaar weer in grote getale aanwezig, net als 2 jaar geleden. Ik noem het voor het gemak het Spaanse vlindertje, hier dus op schurftkruid, waar ze met tientallen tegelijk op zitten.

Veel kleur heeft het niet, maar mooi is het wel. Twee verrassingen langs de rand van het terrein waar nooit gesproeid of gemest wordt: van de distel had ik telkens blad gezien, mooi geaderd en de bloemen zijn er voor het eerst. 
Rechts ervan groeit Teucrium polium die vrij kleurloos is maar wel decoratief. 
Een nietig onkruid, ach wat heet ... het is een klein struikje met zilverig blad en er komen paarse bloemetje aan die lijken niet open te gaan. Ik noem hem de paarse puntjes plant en ik heb hem pas nog ergens in een boek zien staan, dus de Latijnse naam komt ook wel. Gezien hij niet prikt of anderszins lastig is laat ik hem overal staan en heb er heimelijk plezier in: aandoenlijk ding dat zijn best staat te doen tussen de stenen, helemaal zonder water (het heeft al 2 maanden niet geregend!) Later komen er grappige pluisjes aan. Staehelina dubia .

 

Schermbloemigen laat ik meestal staan, omdat de rupsen van koninginnepages er op leven. Soms kom je dan wel een een exemplaar van ongekende schoonheid tegen. Ik denk dat het een soort wilde peen is. Hij staat niet in mijn boeken. Wilde peen gaat 's avonds slapen, net als baby mimosa's, heel lief! Deze heeft trouwens erg grijzig blad voor een ordinaire wortel en gaat 's avonds niet slapen. Verder lijkt hij er sprekend op.

 

O ja, nog één ding: ik heb wilde, blauwe guichelheil Anagallis foemina zien bloeien, grote pollen, op droge plekken in de felle zon midden tussen de stenen. Je moet het  w.s. zaaien; het valt te proberen.

En hiermee komt er voorlopig een eind aan deze pagina tenzij er nog eens iets heel bijzonders gebeurt.

GGazania - hierboven - is een dankbare plant voor moeilijke omstandigheden. Dit exemplaar heeft zich zo maar ergens in de rotsen uitgezaaid. 's Zomers te koop bij een tuincentrum in allerlei tinten tussen crème en donker roodbruin. Van roodbruine zaailingen kun je makkelijk gele kinderen krijgen als je bij de gazania's hoort. Foto: 3 november.

 

12 mei Wilde orchideetjes doen het hier wel goed. Dit exemplaar staat er voor het 3e jaar en inmiddels zijn er 2 bloemstengels. Hij lijkt het meest op Orphrys bécasse (Orphrys scolopax) , de beschrijving, de omgeving waar hij voorkomt, alles klopt, maar deze heeft 2 kleine, gele vlekjes onderin de bolling (hoe heet zoiets bij een orchidee?) die niet op de foto's staan die ik gevonden heb.

Het valt niet mee om hem goed te fotograferen. Dat lukt w.s. beter met een spiegelreflex en zo ...

Inheemse Euphorbia characias is soms heel smal. Mooi!

bovenaan